woensdag 14 november 2007
Ja ja elke dag!
Had wel verwacht dat het moeilijk zou worden om elke dag iets te schrijven maar dat het zo snel al zo moeilijk zou worden. Misschien moet ik gewoon de titelbalk maar even veranderen. Problemen vragen om oplossingen. Vandaar dus.
zaterdag 10 november 2007
Zo'n dag.
Vanochtend om 10 u de deur uit en het is nu 0:45u. In de tussenliggende 15 uur ben ik alleen maar van hot naar her gegaan. Eerst naar Haarlem om het oude bed van Mu op te halen dat daar al sinds jaar en dag op een zolder opgeslagen stond en vanaf vandaag dus Rachels nieuwe bed is geworden. Hoop gedoe om het beneden te krijgen. Nog meer gedoe om het in de auto te krijgen. En nog veel meer gedoe om het weer schoon te krijgen. En morgen wordt het heel veel gedoe om het weer in elkaar te zetten ben ik bang. Zo hebben we ook nog een kast opgehaald die bij Mu in huis stond en een nieuw matras gekocht.
Na het gesleep ben ik naar Veenendaal gereden voor het verjaardagsfeestje van Frank. Eten, drinken, bijkletsen, nog meer eten en drinken en hup weer in de auto terug.
En nu zit ik eindelijk even rustig op m'n bankie. Het was zo'n dag.
Slapen!
Na het gesleep ben ik naar Veenendaal gereden voor het verjaardagsfeestje van Frank. Eten, drinken, bijkletsen, nog meer eten en drinken en hup weer in de auto terug.
En nu zit ik eindelijk even rustig op m'n bankie. Het was zo'n dag.
Slapen!
vrijdag 9 november 2007
Verslapen
Vanochtend verslapen. Wekker vergeten te zetten. Werd om half negen wakker. Schrok me rot. Snel Rachel wakker gemaakt. Kom schat word wakker, we moeten opschieten, we hebben ons verslapen. "Lekker hé" was het antwoord. Ik kon haar geen ongelijk geven. Zullen we ons vandaag gewoon een dagje ziek melden dacht ik, maar we hebben we ons snel aangekleed, spullen bij elkaar gezocht, een broodje uit de hand gegeten en met een hagelbui op de kop in recordtijd naar school gefietst. Tot mijn verbazing waren we op tijd.
Het is dus mogelijk om door de weeks pas om half negen op te staan en zo nog een extra uurtje aan de nacht te breien. Iets wat voor mij geen overbodige luxe is. En Rachel kan het blijkbaar ook wel waarderen tegenwoordig. Keerzijde is dat je de hele ochtend in een soort adrenalineroes loopt te ADHD-en. Voorwaar ook geen pretje.
Conclusie: rijk worden!
(eigen agenda bepalen en een school opzetten die rekening houdt met het bioritme van het kind.)
Het is dus mogelijk om door de weeks pas om half negen op te staan en zo nog een extra uurtje aan de nacht te breien. Iets wat voor mij geen overbodige luxe is. En Rachel kan het blijkbaar ook wel waarderen tegenwoordig. Keerzijde is dat je de hele ochtend in een soort adrenalineroes loopt te ADHD-en. Voorwaar ook geen pretje.
Conclusie: rijk worden!
(eigen agenda bepalen en een school opzetten die rekening houdt met het bioritme van het kind.)
donderdag 8 november 2007
Ciperen
an·ti·ci·pe·ren op (ww.)
Misschien omdat ik elke dag deelneem aan het verkeer dat het me juist daar zo opvalt. Veel mensen zien zo slecht wat er komen gaat. Het lijkt wel of ze telkens weer verrast worden door situaties die ik allang aan had zien komen.
Vanochtend terwijl ik met mijn fietsje over de grachten reed viel het me weer een paar keer op en het woord anticiperen begon in mijn hoofd rond te draaien. Anticiperen bedacht ik mij moet het tegenovergestelde van ciperen zijn. Maar van ciperen had ik nog nooit gehoord. Het zouden een soort peren kunnen zijn. Een specialiteit uit het dorpje Ci ergens in een land met veel zon en weinig verkeer. Maar waarschijnlijker is het dat ciperen tot nog toe zonder betekenis is. Een zoektocht langs de Nederlandse woordenboeken bevestigd dat.
Mensen die wachten tot het licht groen wordt voordat ze schakelen, mensen die vol gas richting een rood stoplicht rijden, mensen die pas op het kruispunt kijken of ze af kunnen slaan, mensen die niet vooruitlopen op een te verwachten verkeerssituatie heten voor mij vanaf heden: Ciperen.
- 1 vanuit een bepaalde verwachting handelen => prejudiciëren op, vooruitlopen op
Misschien omdat ik elke dag deelneem aan het verkeer dat het me juist daar zo opvalt. Veel mensen zien zo slecht wat er komen gaat. Het lijkt wel of ze telkens weer verrast worden door situaties die ik allang aan had zien komen.
Vanochtend terwijl ik met mijn fietsje over de grachten reed viel het me weer een paar keer op en het woord anticiperen begon in mijn hoofd rond te draaien. Anticiperen bedacht ik mij moet het tegenovergestelde van ciperen zijn. Maar van ciperen had ik nog nooit gehoord. Het zouden een soort peren kunnen zijn. Een specialiteit uit het dorpje Ci ergens in een land met veel zon en weinig verkeer. Maar waarschijnlijker is het dat ciperen tot nog toe zonder betekenis is. Een zoektocht langs de Nederlandse woordenboeken bevestigd dat.
Mensen die wachten tot het licht groen wordt voordat ze schakelen, mensen die vol gas richting een rood stoplicht rijden, mensen die pas op het kruispunt kijken of ze af kunnen slaan, mensen die niet vooruitlopen op een te verwachten verkeerssituatie heten voor mij vanaf heden: Ciperen.
woensdag 7 november 2007
Handicap
We hebben vier vissen. De twee van Rachel zijn Goudvissen. Al is Charlotte eerder een zilvervis met een oranje bovenkant en Wilburt een oranjevis met een zwarte kopje. Door die kleurencombinatie is het voor iedereen meteen duidelijk wie het mannetje en wie het vrouwtje is. Maar Charlotte zou zomaar een Wilburt kunnen zijn en visje versa. Bij goudvissen is dat aan de buitenkant niet te zien.
Bij guppy's wel. En die zijn van mij. De ene is groot en een beetje grijzigsaai. De ander klein maar fris en fleurig. Ook hier is meteen duidelijk wie Truus is en wie Kees. Bij guppy's is het mannetje namelijk klein en aantrekkelijk. En dat is Truus dus niet.
Maar dat is niet het enige probleem van Truus. Ik heb het idee dat ze de laatste dagen een soort van dwarslaesie heeft. Ze zwemt niet meer horizontaal zoals haar aquariumgenoten over het algemeen doen. Nee, ze zweeft als een soort ballonnetje door de kom met haar kop omhoog en daaronder een slappig staartje waar af en toe nog wat beweging uit komt. Ik ben geen vissen dokter en ik kan haar ook niet vragen of ik haar binnenkort onbezield uit het water moet vissen, maar voorlopig eet ze nog en heb ik het idee dat ze geen pijn heeft, al heb ik geen idee hoe ik een vis met pijn zou moeten herkennen.
Bij mezelf gaat dat een stuk makkelijker. Ik heb nu pijn. In mijn handen. Sinds ik twee weken geleden door een wit volkswagenbusje met een schele loodgieter van mijn fiets ben gereden en ik de val met mijn handen heb opgevangen weet ik weer hoe handig je handen zijn. Het bloed is weg, de wonden zijn dicht en ik kan mijn gulp weer dicht knopen. Ook krijg ik de meeste verpakkingen weer open al heb ik soms nog de hulp van wat tanden nodig. Maar de pijn blijft tot nu toe in de muizen en duimen zeurend aanwezig.
Vandaag werd het nog erger. Gisteren heb ik namelijk samen met Rachel jacht gemaakt op twee irritante bromvliegen. Met een theedoek bewapend sloegen we als wilden in de lucht op de plekken waar de brommertjes natuurlijk net weer weg waren. Bij een van die aanvallen in het luchtledige heb ik het spiertje verrekt dat van mijn pols naar mijn pink loopt. Een klein dingentje maar erg vervelend. De zeurende pijn kreeg vandaag dus gezelschap van scheutende pijn.
Nu zit ik op de bank en kijk naar Truus. Zonder te zeuren zweeft ze door het water. Ze draagt haar handicap zoals een vis dat doet.
Ik kan nog veel van haar leren.
Bij guppy's wel. En die zijn van mij. De ene is groot en een beetje grijzigsaai. De ander klein maar fris en fleurig. Ook hier is meteen duidelijk wie Truus is en wie Kees. Bij guppy's is het mannetje namelijk klein en aantrekkelijk. En dat is Truus dus niet.
Maar dat is niet het enige probleem van Truus. Ik heb het idee dat ze de laatste dagen een soort van dwarslaesie heeft. Ze zwemt niet meer horizontaal zoals haar aquariumgenoten over het algemeen doen. Nee, ze zweeft als een soort ballonnetje door de kom met haar kop omhoog en daaronder een slappig staartje waar af en toe nog wat beweging uit komt. Ik ben geen vissen dokter en ik kan haar ook niet vragen of ik haar binnenkort onbezield uit het water moet vissen, maar voorlopig eet ze nog en heb ik het idee dat ze geen pijn heeft, al heb ik geen idee hoe ik een vis met pijn zou moeten herkennen.
Bij mezelf gaat dat een stuk makkelijker. Ik heb nu pijn. In mijn handen. Sinds ik twee weken geleden door een wit volkswagenbusje met een schele loodgieter van mijn fiets ben gereden en ik de val met mijn handen heb opgevangen weet ik weer hoe handig je handen zijn. Het bloed is weg, de wonden zijn dicht en ik kan mijn gulp weer dicht knopen. Ook krijg ik de meeste verpakkingen weer open al heb ik soms nog de hulp van wat tanden nodig. Maar de pijn blijft tot nu toe in de muizen en duimen zeurend aanwezig.
Vandaag werd het nog erger. Gisteren heb ik namelijk samen met Rachel jacht gemaakt op twee irritante bromvliegen. Met een theedoek bewapend sloegen we als wilden in de lucht op de plekken waar de brommertjes natuurlijk net weer weg waren. Bij een van die aanvallen in het luchtledige heb ik het spiertje verrekt dat van mijn pols naar mijn pink loopt. Een klein dingentje maar erg vervelend. De zeurende pijn kreeg vandaag dus gezelschap van scheutende pijn.
Nu zit ik op de bank en kijk naar Truus. Zonder te zeuren zweeft ze door het water. Ze draagt haar handicap zoals een vis dat doet.
Ik kan nog veel van haar leren.
Abonneren op:
Posts (Atom)